Op 27 oktober 1275 duikt de naam Amestelledamme voor het eerst op in de geschreven historie. Graaf Floris V verleent dan de lieden van Amestelledamme tolvrijheid in geheel Holland. Stadsrechten zouden pas in 1306 verstrekt worden, dit is ook de reden dat er enige twijfel ontstond of 1275 als ‘geboortejaar’ wel de juiste keuze was. De verjaardag van Amsterdam werd voor het eerst gevierd met het 600-jarig bestaan in 1875. De uiteindelijke tentoonstelling ter ere van het jubileum vond wegens tijdtekort echter pas in 1876 plaats. Het 650-jarig bestaan in 1925 werd wel op tijd aangepakt, al werd het vanwege de te verwachten kou in oktober al op 14 september van dat jaar gevierd. Het was een algemene feestdag, scholen waren vrij. Er was een Jubileumspel in het Stadion en vuurwerk boven de Amstel.
Op 10 mei 1972 keurt de gemeenteraad het voorstel tot viering van het 700-jarig bestaan goed. De Centrale Commissie 700-jarig Bestaan Amsterdam werd opgericht o.l.v. Burgemeester I. Samkalden. Als thema werd gekozen voor ‘Amsterdam, 700 jaar wonen, werken, spelen’. De uitvoering, coördinatie en communicatie zou worden gedaan door het in 1973 ingestelde Bureau Amsterdam 700 Jaar, waar 18 mederwerkers zouden bijdragen aan de organisatie. Het bureau was gevestigd in de Prinses Irenestraat en werd geleid door Jan P. van Oostrum (1923-1988), die tevens betrokken was bij Sail Amsterdam en de Floriade 1982 in de Bijlmer. Het officiële hoogtepunt op 27 oktober zou worden de (her-)opening van het Amsterdams Historisch Museum op de nieuwe locatie in voormalig Burgerweeshuis in de Kalverstraat. Leuk om te vermelden is wellicht dat dit museum, tegenwoordig het Amsterdams Museum, in jubileumjaar 2025 tijdens het 750-jarig bestaan ook weer heropend wordt na een uitvoerige verbouwing.